Verslag PIT 11 oktober 2016

Op 11 oktober jl. heeft het DACT Platform Interim Treasurers zijn 4e bijeenkomst gehad rond het thema Risk
Tolerance Testing. De bijeenkomst werd bijgewoond door15 enthousiaste DACT-leden (plus de gastheren en –
vrouwen van Marsh).
Het is positief om te merken dat er enerzijds een variëteit aan deelnemers is, maar anderzijds ook een vaste kern
aan regelmatige deelnemers.

Erwin Smit, Broking Director bij Marsh Nederland, heeft een enthousiaste inleiding gegeven over Enterprise Risk
Management. Hij heeft de zgn. Marsh Risk Tolerance Test ontwikkeld. In deze test worden verschillende
balansposten getoetst aan worse case scenario’s, waarbij wordt gekeken naar 1) hoeveel risico is gefinancierd
(verzekerd), 2) hoeveel risico kan de onderneming zelf dragen en 3) hoeveel er uiteindelijk at risk is per
balanspost. Dit model kan de gekwantificeerde basis geven, waarop, samen met de “risk appetite” van de
onderneming uiteindelijk gefundeerde (risk-)management besluiten kunnen worden genomen. De presentatie
m.b.t. de Risk Tolerance Test wordt geplaatst op de webpagina van het Platform Interim Treasurers op de
DACT-website.

Na de presentatie door Marsh komt de LinkedIn-groep aan de orde. Na enig overleg besluiten de aanwezige
PITters, dat het te proberen waard is om een aparte LinkedIn-groep te starten, waarop voor het Platform
relevante zaken kunnen worden gezet.
Patrick is bereid als beheerder van de LinkedIngroep te functioneren. Bijdragen aan de groep kunnen zijn
verslagen en presentaties van de PIT-bijeenkomsten, vakinhoudelijke relevante Treasury-informatie en informatie
die heel specifiek is voor het interimschap. We willen de relevantie van een dergelijke groep de komende
maanden testen. In een volgende PIT-bijeenkomst gaan we het initiatief evalueren. In principe zijn alleen DACT-
leden, die ook de PIT bijeenkomsten (een keer) hebben bijgewoond, uitgenodigd om lid te worden.

Als laatste onderdeel van de avond geeft Peter Paul de Galan van Orchard zijn visie over de status en
ontwikkelingen van de Wet DBA. Wij zullen ons er op moeten voorbereiden, dat de wet zal blijven (ook na de
verkiezingen en de bijbehorende verkiezingsretoriek). Risico voor de interimmer ligt er niet in dat de
Belastingdienst bij hem een naheffing voor LB en sociale premies zal doen, maar juist bij de opdrachtgever. Die
is immers inhoudingsplichtig.
In de praktijk blijken opdrachtgevers al afgeschrikt te worden door mogelijke acties van de Belastingdienst. Wij
kunnen hier last van krijgen, omdat er mogelijkerwijs minder opdrachten in de markt komen.
Grootste issue is de gezagsverhouding. Bij een Treasury-consultant is dat risico er niet, maar bij een opdracht
vanwege tijdelijke vervanging van een medewerker in vaste dienst (bijvoorbeeld zwangerschapsverlof) wel. Het
lijkt moeilijk vol te houden, dat men in een dergelijke situatie de opdrachten van een opdrachtgever kan
negeren.
Het zelfde geldt overigens voor een ander belangrijk criterium van al dan niet in loondienst: de vrije
vervangbaarheid.
Oplossing kan zijn Uniforce. Zij hebben al vele jaren een afspraak met de Belastingdienst. Samen met Uniforce
kun je een BV oprichten, waarbij de interimmer 100% economisch eigenaar blijft, maar er een gezagsverhouding
binnen de BV ontstaat. . Als er een gezagsverhouding met Uniforce bestaat (en er door de BV premies etc.
worden afgedragen) kan er niet óók sprake van een dienstbetrekking met de opdrachtgever zijn.

Bart Steens
Rene Wilderom
Patrick Kunz